‘Wat als je niet zou moeten, maar mogen, wat zou je dan willen?’ Bij deze vraag sta ik steeds vaker samen met cliënten stil. Veel mensen leven, zoals ik dat noem, ‘in de waan van de dag’. Ze volgen haast slaafs hun ‘heilige moeten’ lijstjes, maar wat willen ze nu eigenlijk? Wat als alles mogelijk zou zijn? Hoe zou het leven er dan uitzien?
Wat is waardevol? Wat doet er daadwerkelijk toe? Waar word je blij van? Wat raakt je?
Deze op het eerste gezicht eenvoudige vragen, blijken niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Sterker nog, veel mensen staan er zelden of nooit bij stil. Dit gold enige tijd geleden ook voor mijzelf, moet ik bekennen. Ik had geen antwoord op dit soort vragen, had het te druk om hier over na te denken, deed ze in stilte af als onzinvragen. Maar daar nam degene met wie ik in gesprek was geen genoegen mee. Gelukkig maar!
Oké, vooruit, dan maar antwoord geven, dacht ik… En toen kwam er dus niets… Dat vond ik nogal confronterend. ‘Je weet toch wel wat je belangrijk vindt’, zei ik streng tegen mezelf. De nodige emoties, een paar hardloop sessies en een aantal dagen later lukte het me steeds beter om contact te maken met waar het wat mij betreft in het leven om draait. Maar draaide mijn leven daar ook om? In het hier en nu bedoel ik. Bats! De volgende confrontatie. Nee dus, grotendeels niet, moest ik bekennen. ‘Hoe heb je dat laten gebeuren?’, vroeg het strenge stemmetje in mijn hoofd. Het voert te ver om daar in deze column antwoord op te geven. Belangrijker is de vraag of ik wilde, en dat geldt voor iedereen die zich enigszins in dit verhaal herkent, dat het zo bleef? Want dat kan en mag natuurlijk. De vraag is wat deze manier van leven oplevert? En wat het kost? Op zowel korte als lange termijn…
In de praktijk blijkt dat dingen die op korte termijn iets opleveren op lange termijn vaak juist kosten. Tegelijkertijd geldt dat om tot lange termijn beloning te komen, je vaak eerst zal moeten investeren of lijden. Dat maakt het lastig. Wij mensen zijn geneigd om lijden te vermijden. En dat kan een waardevol leven (hoe dat er uit ziet is voor iedereen anders) in de weg staan.
Er bestaan vele vragen en oefeningen om dit proces op gang te brengen en te ondersteunen. Wie geïnteresseerd is en hierover van gedachten wil wisselen is van harte welkom.
Mensen zoeken vaak hulp, omdat ze de wens hebben tot verandering. Zelf hebben ze vooraf al van alles geprobeerd, maar dat heeft niet het gewenste effect opgeleverd. Voor je het weet ga je als hulpverlener enthousiast met de cliënt aan het werk. Op zich prima natuurlijk, maar in mijn ogen soms ook te eenzijdig en niet geheel ongevaarlijk. Een bijwerking van een succesvolle individuele behandeling kan zijn het verlies van contact met de partner. Hetgeen kan lijden tot nieuwe problemen, bijvoorbeeld relatieproblemen.
Natuurlijk zijn mensen met een wens tot verandering welkom in de praktijk. Samen zullen we uitvoerig stilstaan bij deze wensen en bij de tot nu toe geprobeerde manieren om deze te verwezenlijken. Zo wordt duidelijk wat de cliënt doet (gedrag) en wat het gevolg is. Een kritische vervolgvraag is ‘…en werkt het, je strategie, of wordt het alleen maar erger?’ Vaak erkennen mensen dat hun harde werken niet helpt. Deze bewustwording is erg belangrijk! ‘Maar wat moet ik dan doen’? of ‘wat werkt dan wel’? zijn veel gehoorde vragen. Gevoelens van hulpeloosheid en hopeloosheid dringen zich op. Ze horen bij deze fase. En zijn nodig om vaste gedragspatronen te gaan doorbreken en om tot verandering te komen.
Nu terug naar mijn pleidooi om partners te betrekken. Wanneer iemand verandert, heeft dit ook automatisch invloed op de mensen in de omgeving. Partners die niet betrokken worden begrijpen niet wat er gebeurt. Ze houden als reactie vast aan het bekende, willen behouden wat ze hebben. In plaats van gezamenlijkheid kan onbegrip, irritatie of verwijdering ontstaan.
Bijvoorbeeld de man die na een aantal jaren, door de juiste combinatie van individuele gesprekstherapie en medicatie, herstelde van zijn depressie. Hierdoor veranderden ook zijn wensen en zijn gedrag. De echtgenote was blij met zijn herstel, maar was niet betrokken bij deze verandering. Zij had thuis jarenlang voor hem gezorgd en het gezin draaiende gehouden. Ze voelde zich plotseling niet langer nodig en aan de kant geschoven. Ze koos er voor om een studie te gaan doen. Op de opleiding leerde ze een man kennen, die haar wel de aandacht en waardering gaf waar ze behoefte aan had. Ze werd verliefd… ‘Dat was helemaal niet mijn bedoeling’, vertelde ze me later, ‘maar ik voelde me thuis zo afgedankt en dat voelde zo oneerlijk’. Tijdens een aantal gezamenlijke gesprekken kon gelukkig het begrip en contact tussen beide hersteld worden.
Ik las deze week in de krant dat als je nu trouwt, de kans dat je huwelijk niet slaagt 40% is.1 Dit percentage blijkt flink toegenomen te zijn de afgelopen jaren. Schokkende cijfers. Want (bijna) iedereen stapt toch vol goede moed in het huwelijksbootje?! Waar gaat het mis? En hoe is dat te voorkomen of te herstellen?
Er zijn 5 veel voorkomende redenen waarom relaties eindigen nl. aanhoudende destructieve ruzies, seksuele verschillen, ontrouw, vervreemding en onrealistische partnerkeuze of idealen.2
Bij Bram en Mia was sprake van vervreemding, ze waren uit elkaar gegroeid door allebei hun eigen leven te leiden. Ze kwamen naar de therapie, omdat ze tegen elkaar en hun omgeving wilden kunnen zeggen dat ze er alles aan gedaan hadden. Maar veel hoop op een goede afloop hadden ze niet…
We bespreken dat er naast 5 oorzaken voor het eindigen van relaties ook 5 zogenoemde bouwstenen2 zijn: jezelf kunnen zijn bij de ander, je eigen gevoelens kunnen uiten bij de ander, empathie: het vermogen om gevoelens over en weer met elkaar te delen, intimiteit: de beleving van de relatie in seksueel opzicht en de mate van intimiteit in de dagelijkse omgang (een knuffel of een arm om de schouder) en de factor tijd: genoeg tijd voor elkaar nemen.
Na een aantal gesprekken lijkt het toch beter te gaan. Ik vraag waar ze tot nu toe het meeste aan gehad hebben. ‘De ommezwaai begon met meer tijd voor elkaar maken’, aldus Bram. Mia knikt. ‘Echte tijd, met aandacht voor elkaar. Eerder hingen we wel samen voor de buis, maar wisselden we geen woord, hadden geen idee wat de ander bezig hield en gingen we ieder op verschillende tijden naar ons eigen bed’. ‘Door meer met elkaar te delen begon ik Mia weer te begrijpen en ervaarde ik haar minder als een zeur’. ‘Bram heeft inderdaad meer interesse in mij, is geduldiger en begrijpt me ook beter. Dat is blijkbaar belangrijk voor mij, want ik irriteer me minder aan hem, ik heb vaker de neiging om hem aan te raken en vindt het ook prettig als hij mij aanhaalt’.
Praktijk Bogaard in Sneek is een kleinschalige praktijk voor individuele psychotherapie, psychiatrie en relatie- en gezinstherapie. Daarnaast zijn we gespecialiseerd in het behandelen van jeugdigen en hun ouders. De praktijk wordt enthousiast gerund door Esther en Pieter-Jan Bogaard. Wij bieden een breed aanbod aan therapieën en stemmen de behandeling zorgvuldig op uw wensen af.
Steeds vaker melden zich bij mij stellen die zich afvragen of er in hun relatie iets mis is, omdat ze weinig tot geen seks meer hebben. Zo ook Tom en Annika. Ze zijn beiden begin veertig, zo’n vijftien jaar bij elkaar en hebben drie kinderen.
Tom vertelt dat ze al jaren weinig seks hebben. ͚Het is er langzaam ingeslopen, aldus Annika. Ik vraag hoe hun seksleven er de eerste jaren van hun relatie uitzag? Tom en Annika kijken elkaar aan en moeten lachen. Tom neemt enigszins ongemakkelijk het woord. ͚We hadden het erg fijn tussen de lakens zullen we maar zeggen. En ook wel eens op een spannende plek daarbuiten. Annika knikt bevestigend. ͚Mijn vriendinnen waren best eens jaloers op mij.”
Ik vraag wanneer dit veranderd is. Dat blijkt best een moeilijke vraag. Vaak worden jonge ouders grotendeels in beslag genomen door de combinatie werken en kinderen probeer ik… Er is weer even oogcontact tussen beide. ͚Natuurlijk hebben we een druk leven, beaamt Annika, ͚maar dat gaat eigenlijk prima. Bovendien liggen de kinderen uiterlijk 21.00 uur op bed en logeren ze in het weekend ook wel eens bij opa en oma.
Wat is dan de reden dat de seks uit jullie leven verdwenen is?, Tom en Annika blijken hier samen al over gesproken te hebben. Tom vat samen; ͚We zijn beiden op zich tevreden met de relatie, vinden elkaar nog aantrekkelijk, hebben het niet te druk en er zijn geen anderen in het spel. Annika heeft alleen weinig zin meer om te vrijen. Annika geeft aan dat dit klopt. ͚Voor mij is dat logisch, want daartoe word ik ook totaal niet uitgenodigd. Wanneer de kinderen op bed liggen kruipt Tom achter de computer, Play Station of zijn mobiel. Er is geen contact tussen ons. En om dan aan het einde van de avond ineens seks te hebben, daar heb ik geen zin in. Ik wil heus graag vrijen, maar wel met iemand die interesse in me heeft en waar ik het gezellig mee heb. Tom weet dit, maar blijkbaar zijn zijn digitale speeltjes aantrekkelijker dan ik.
Tom blijft stil. Ik vraag hem na enige tijd of hij wil reageren. ͚Het klopt dat ik best veel tijd besteed aan digitale dingen. Dat vind ik leuk, het is mijn ontspanning. En als ik me ontspannen voel, heb ik zin om te vrijen.
Blijkbaar werkt dit bij jullie heel verschillend. En nu krijgen jullie beiden niet waar jullie behoefte aan hebben. Hoe zou het anders kunnen?, vraag ik. Tom en Annika gaan hierover nadenken. Tijdens de volgende sessie vertellen ze dat ze proberen om meer rekening met elkaar te houden. Annika probeert Tom zijn digitale tijd te gunnen. En daar niet negatief of afwijzend over te doen. Tom zal op zijn beurt eerder op de avond stoppen en zich bij Annika voegen om ook samen tijd door te brengen. De eerste signalen zijn positief glimlacht Annika
In de weken daarna heb ik het echtpaar nog een aantal maal gezien. We zijn dieper ingegaan op de sterke en kwetsbare kanten van hun relatie en hebben gesproken over valkuilen en hoe ze elkaar kunnen helpen om deze te omzeilen. Aan het einde van het vijfde gesprek gaven ze aan voldoende aan de therapie gehad te hebben. Wat heeft jullie het meest geholpen?, vraag ik afsluitend. ͚Dat we onszelf, elkaar en ons seksleven weer serieus zijn gaan nemen, beamen beide.
Praktijk Bogaard in Sneek is een kleinschalige praktijk voor individuele psychotherapie, psychiatrie en relatie- en gezinstherapie. Daarnaast zijn we gespecialiseerd in het behandelen van jeugdigen en hun ouders. De praktijk wordt enthousiast gerund door Estheren Pieter-Jan Bogaard. Wij bieden een breed aanbod aan therapieën en stemmen de behandeling zorgvuldig op uw wensen af.
Wat gebeurt er toch allemaal in de wereld om ons heen? Wat een onrust en dreiging, wat een angst en verdriet. Maar ook boosheid, onbegrip en vermindering van verdraagzaamheid jegens onze medemensen.
Als relatie- en gezinstherapeut richt ik mij voornamelijk op de relatie tussen partners of gezinsleden onderling. Maar relaties kan je ook groter en breder bekijken. Relaties bestaan overal. Zo hebben Engeland en de EU bijvoorbeeld een relatie. En het Christendom en de Islam… Relaties in allerlei verschijningsvormen lijken in brand te staan. Niet alle relatiebranden zijn te blussen, maar met de juiste aanpak en inzet is veel mogelijk. Wellicht kan ‘de wereld’ iets hebben aan het gedachtegoed van de relatie- en gezinstherapie…
Er passeren in mijn hoofd een aantal casussen de revue. Wat was er aan de hand? En wat werkte of wat juist niet? Ik houd niet van generaliseren. Daar schuilt een gevaar in. Maar grote lijnen bieden ook houvast. Om van daaruit verder te specificeren en aan te sluiten bij je gesprekspartner van dat moment. Zonder te pretenderen volledig te kunnen of willen zijn, zie ik de volgende moeilijkheden vaak in de praktijk;
Mensen hebben verschillende wensen en verwachtingen ten aanzien van elkaar en hun gezamenlijke leven. Er wordt makkelijk gedacht dat de ander hetzelfde belangrijk vindt of zou moeten vinden als hij zelf. Wanneer blijkt dat dit niet zo is, proberen veel mensen op krachtige wijze de ander over te halen om zich aan hun wensen aan te passen. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot. Een belangrijke vraag is dan ook of de verschillen er mogen zijn? Of hoe ze eventueel te overbruggen zijn?
De achtergrond van mensen bepaalt voor een groot deel hoe ze zich gedragen in het dagelijks leven en in een relatie in het bijzonder. Toch blijkt hier over en weer rekening mee houden moeilijk te zijn. Wanneer mensen ervaren dat hier wel bij stilstaan juist irritatie en onbegrip kan wegnemen en dat hier wederzijds begrip, positieve energie en een gevoel van onderlinge verbondenheid voor in de plaats kan komen, maakt dit enthousiast. Wanneer dit zogenoemde kwartje valt, blijken mensen vaak samen in staat dit verder vorm te geven en toe te passen.
Een laatste struikelblok dat ik hier graag wil noemen is het probleem van hoog oplopende emoties. Wanneer emoties hoogtij vieren, lukt het niet om naar elkaar te luisteren, ontstaan snel misverstanden, zijn we geneigd zaken persoonlijk op te vatten en vullen we in voor de ander… Constructieve gesprekken zijn niet mogelijk wanneer de stresshormonen door ons lijf gieren. Je dit beseffen, op tijd stoppen, even de rust opzoeken en elkaar nadien een nieuwe kans geven helpt het ‘overkoken’ tegengaan en stopt de relationele beschadiging die anders op de loer ligt.
Ik zie wel enige parallellen met wat er in de wereld gebeurt, maar of ‘ze’ er ook samen uit willen komen…?
Deze zomer geen column over vakantiestress, zomerliefdes of vreemdgaan, zoals eerdere jaren. Deze columns zijn via onze website onder in de media en dan columns Groot Sneek wel terug te vinden. Op dit moment hielden andere zaken mij bezig…
Rick en Josien zijn twee veertigers. Ze zijn inmiddels 3 jaar samen. Beide hebben eerder relaties gehad. Josien maakt een afspraak met me, omdat ze het gevoel heeft dat Rick en zij uit elkaar groeien. Samen komen ze er niet uit. Maar ze willen elkaar ook niet kwijt.
Met Rick krijg ik in eerste instantie niet zo makkelijk contact. Met ‘het valt allemaal wel wat mee’, houdt hij de boot wat af. Ik vraag Josien of het thuis ook zo gaat? Dat beaamt ze. ‘En hoe reageer jij dan’, wil ik weten? ’Ik probeer met hem te praten, tot hem door te dringen, hem uit te leggen waarom het belangrijk is om dingen te delen’, aldus Josien. ‘En hoe gaat het dan verder’, vraag ik? ‘Meestal luistert Rick wel naar wat ik zeg, maar ik heb niet het gevoel dat hij me echt hoort’, zegt ze zacht.
Ik vraag of Rick wil reageren. Hij blijft even stil. Het lijkt alsof hij zijn opties overweegt. Daarna legt hij verrassend duidelijk uit hoe het voor hem is. ‘Josien blijft maar praten, duwen, trekken. Dat vind ik niet prettig. Dan doet ze me aan mijn moeder denken. En ook aan mijn ex trouwens, die deed dat ook altijd. Daar had ik zo’n hekel aan’. Ik vraag of hij op ‘stand-by’ gaat als Josien zo lang tegen hem aanpraat? ‘Ik heb gewoon een muur opgebouwd, vroeger al en daar kruip ik dan weer achter’, legt Rick uit. Vervolgens vraag ik hem wat hij graag zou willen in de relatie? ‘Ik wil graag het gevoel hebben dat ik goed genoeg ben. Ik krijg voor mijn gevoel steeds meer kritiek’, geeft hij aan.
Josien heeft stil zitten luisteren. Ze zucht. ‘Het is nooit mijn bedoeling geweest om kritiek te geven. Ik ben aan het vechten voor onze relatie. Maar de manier waarop werkt duidelijk niet’. ‘Nee, dat klopt’, beaam ik, ‘maar wat probeer je precies te bereiken?’ ‘Het is voor mij heel belangrijk om het gevoel te hebben dat we echt contact hebben’ geeft Josien aan. ‘In mijn vorige relatie lukte dat niet, omdat mijn ex een lichte vorm van autisme had. Ik heb me zo eenzaam gevoeld in die relatie. Dat wil ik niet nog eens meemaken’.
We spreken af dat we samen op zoek gaan naar manieren waarop ze rekening met elkaar kunnen houden zonder zichzelf te verliezen.
Ieder mens heeft zijn wensen en ook zijn ‘blauwe plekken’. Wat deze zijn is niet altijd zo duidelijk. In een relatie komen ze samen. Dat gaat niet zonder slag of stoot. Zeker niet wanneer beide partners al het nodige mee hebben gemaakt. Zowel jezelf als de ander leren kennen en ieders emoties en gedrag leren begrijpen is daarbij ontzettend belangrijk. Wanneer dit samen niet lukt, kan het een goed idee zijn om de hulp van een relatietherapeut in te schakelen.
Alex en Mirjam komen voor een intake gesprek. Mirjam heeft hiertoe het initiatief genomen. Ze weet niet hoe het verder moet. Voor Alex had het niet gehoeven, maar hij wil wel meekomen. Ik vraag Alex waar Mirjam volgens hem tegenaan loopt? ‘Ze irriteert zich steeds meer aan mij’ antwoord hij. ‘Ik neem weinig initiatief, heb eigenlijk geen vrienden en ben veel met mezelf bezig. Ze vindt me maar saai. Ergens heeft ze wel gelijk. Maar volgens mij ben ik altijd zo geweest. En eerder was het geen probleem. Dat snap ik niet.’
Wanneer ik Mirjam vraag waar Alex volgens haar tegenaan loopt, glimlacht ze schaapachtig en zegt vervolgens ‘mijn gezeur.’
Ik vraag Mirjam waar ze ooit op is gevallen, wat ze aantrekkelijk aan Alex vond? ‘ Zijn stabiliteit, het feit dat hij wist wat hij wilde en dat hij geen anderen nodig had. Hij was mijn rots in de branding,’ aldus Mirjam. En hoe was het met jou toen jullie elkaar leerden kennen vraag ik? Alex en Mirjam kijken elkaar even aan. ‘Ze kwam uit een heftige relatie, waarin ze zichzelf een beetje was kwijtgeraakt.’, vertelt Alex.
‘Klopt’ beaamt Mirjam. ‘En bij Alex voelde ik me veilig en kon ik tot rust komen. Dat had ik nodig.’ ‘En ik vond het fijn om haar veilige haven te zijn,’ bekent Alex.
‘Maar inmiddels zijn we en ben ik een stuk verder, vervolgt Mirjam. ‘De relatie en dit leven benauwen me steeds meer. Het is allemaal zo voorspelbaar, ik verveel me en heb behoefte aan wat meer reuring en dynamiek.’ ‘Ik weet niet of ik je dat wel kan bieden,’ zegt Alex zacht. ‘En ik weet ook niet of ik dat wil, of ik daar gelukkig van zal worden…
Het verhaal van Alex en Mirjam is het verhaal van twee mensen die elkaar op een bepaald moment in een bepaalde fase ontmoeten. Beide hebben eigen behoeften en die sluiten op dat moment goed bij elkaar aan. Wanneer beide partners of slechts een van beide zich in een bepaalde richting ontwikkelen, kan er wrijving of verwijdering ontstaan. Wanneer het niet lukt om hier samen over in gesprek te komen of wanneer gesprekken steeds uitmonden in elkaar dingen verwijten, is het verstandig om hier hulp bij te vragen.
Kim is depressief. Ze heeft eerder individuele therapie gehad. Dit heeft niet geholpen. Ze vraagt zich nu af of haar klachten met de relatie te maken hebben? We spreken af dat zij en haar partner Job samen naar het eerste gesprek komen.
‘Ik geloof niet dat het aan de relatie ligt’, geeft Job aan. ‘Kim voelt zich al langer depressief en geeft daar steeds iets anders de schuld van. Nu is de relatie aan de beurt’.
Depressieve klachten blijken vaker voor te komen in de familie van Kim. ‘Toch voel ik me de laatste tijd anders dan voorheen, zegt Kim’. Ik vraag haar te beschrijven wat er voor haar gevoel veranderd is en sinds wanneer? Ze denkt even na. ‘Ik voel me de laatste tijd opgesloten en geremd. Vroeger liep ik er vaak even uit. Dat heb ik nodig. Ik denk dat dit met de komst van de kinderen veranderd is’.
Job beaamt dat hun leven er anders uit ziet sinds de komst van de kinderen. ‘Het lijkt wel alsof ze onzekerder is geworden’, aldus Job. ‘Voorheen ging ik vaak sporten en daar voelde ik me goed bij. Nu wil ik eigenlijk de kinderen niet alleen laten. Ik maak me snel zorgen’, legt Kim uit. Job blijkt juist steeds vaker iets met vrienden te gaan doen. ‘Ik mag het toch niet overnemen en eerlijk gezegd is de gezelligheid ver te zoeken bij ons thuis’.
Een depressie hebben beïnvloedt je zelfbeeld en je functioneren, maar een depressie heeft ook invloed op de mensen die dicht bij je staan. Ze kunnen je helpen of ondersteunen, als ze weten wat een depressie is en hoe je er mee om kan gaan. Vaak zien we ook dat depressieve klachten en relatieproblemen elkaar beïnvloeden en op negatieve wijze versterken. Dit zijn redenen om de partner bij de behandeling te betrekken en aandacht te hebben voor zowel de depressie als de relatieproblemen.
Kim wordt door Pieter-Jan Bogaard, psychiater uitgenodigd voor psychiatrisch onderzoek. Haar depressieve klachten zullen nader onderzocht worden en aansluitend zal een passende behandeling starten. Job zal hier als partner bij betrokken worden. Samen zullen Kim en Job verder gaan met gesprekken bij Esther Bogaard, relatietherapeut.
Omdat we relatietherapie belangrijk vinden, hebben we hiervoor een aparte website gemaakt. Neem gerust eens een kijkje. www.relatietherapie.frl
De één kijkt er naar uit; verheugt zich op de gezelligheid. De ander ziet er als een berg tegenop; zou willen dat het vast weer januari is. De feestdagen zijn voor lang niet iedereen zo feestelijk.
Jos en Ank komen bij mij, omdat ze vaak hoogoplopende conflicten hebben. Zo ook over de naderende kerstdagen. ‘Jos heeft zich weer niet aan zijn woord gehouden,’ valt Ank met de deur in huis. ‘Wat bedoel je?’ vraag ik. Voor Ank kan antwoorden haalt Jos diep adem en verheft zijn stem. ‘Ga je nu gewoon weer door? Houd eens op met zeuren mens. Waarom moet je altijd zo moeilijk doen?’ ‘Jij bent anders degene die je moeder al weer hebt beloofd, dat we met kerst zullen komen. Achter mijn rug om. Terwijl we dit jaar naar mijn familie zouden gaan. Je durft gewoon geen nee te zeggen tegen je moeder. Slappeling,’ bijt Ank hem toe. ‘Alsof jij altijd doet wat je belooft, ik weet anders nog goed…’ Jos en Ank blijven elkaar over en weer met verwijten bestoken. En als ik mijn keel schraap, kijken ze beide licht beschaamd naar mij.
Dr Sue Johnson, ontwikkelaar van Emotionally Focused Couple Therapy, noemt dit patroon ’zoek de boef’. De bedoeling is zelfbescherming, maar wat er gebeurt is elkaar over en weer aanvallen, beschuldigen en veroordelen. Dit begint als we ons gekwetst voelen door onze partner. Als we onze emotionele veiligheid kwijt raken. Zo kunnen stellen eindeloos in kringetjes ronddraaien. Dat geldt ook voor Jos en Ank. Want ruziën ze niet over de kerst, dan gaat het wel ergens anders over. Er is een negatieve spiraal ontstaan, die ze samen in stand houden.
Tijdens mijn gesprekken probeer ik mensen te helpen dit negatieve patroon te doorbreken. Eerder lukt het niet om een begin te maken met weer vertrouwen en veiligheid opbouwen. Hiervoor is het nodig dat beide partners gaan inzien dat niemand de boef hoeft te zijn. Het patroon van beschuldigingen over en weer is zelf de boef-en de partners en de relatie zijn de slachtoffers.
Er komen regelmatig bi-culturele koppels bij mij. Zo ook Josien en Andreas. Zij is Nederlandse en hij is van Griekse afkomst. Ze hebben elkaar tijdens een vakantie leren kennen. Na elkaar nog een een aantal malen opgezocht te hebben, besloten ze echt voor elkaar te gaan. Dit was een besluit met grote consequenties. Hij gaf zijn baan op en kwam naar Nederland. Zij moest de kost gaan verdienen en ging meer werken. Hij had moeite met de taal onder de knie krijgen en kon geen baan vinden. Zij zou als (inmiddels) jonge moeder graag meer thuis bij haar kinderen willen zijn, maar dat ging dus niet. Daar kwam bij dat er grote verschillen in cultuur bleken te zijn. Voor Josien was het bijvoorbeeld geen probleem dat Andreas huisman was, zolang hij geen baan kon vinden. Hij kon hier echter zelf niet tevreden mee zijn en werd depressief. Andreas stuurde zonder overleg met Josien regelmatig geld naar zijn ouders. Volgens hem iets dat in Griekenland gebruikelijk is. En waarover de man niet met de vrouw hoeft te overleggen. Josien kon zich hier niet bij neerleggen. Ze voelde zich bedrogen en als een klein kind behandeld. Dit soort problemen zetten hun relatie onder druk.
Josien en Andreas kozen voor de liefde en liepen tegen allerlei (onvoorziene) problemen aan. Hun verhaal is natuurlijk niet te vergelijken met de verhalen van vluchtelingen die recent ons land binnenkomen. Tegelijkertijd zijn er mogelijk ook parallellen.
De recente vluchtelingenstroom heeft mij aan het denken gezet en niet alleen als therapeut, maar ook als burger. Ik maak me zorgen over hoe het gaat komen. We hebben mijns inziens niet alleen een plan A (crisisopvang) nodig, maar ook een plan B. Wordt daar voldoende over nagedacht? Over scholing voor de vluchtelingenkinderen bijvoorbeeld, over al dan niet betaalde arbeid voor de volwassenen, over toekomstige woonvoorzieningen en gezondheidszorg? Is er kennis over de verschillen in cultuur tussen de onze en die van hen? Zijn wij bereid daar rekening mee te houden of verwachten we dat zij zich aan ons zullen aanpassen? En is er tegelijkertijd ook begrip voor de zorgen en angsten van een groeiend aantal Nederlanders?
Wat zullen de huidige ontwikkelingen voor mij als hulpverlener betekenen…?