Groot Sneek 2015

O jee, de feestdagen…

December 2015

De één kijkt er naar uit; verheugt zich op de gezelligheid. De ander ziet er als een berg tegenop; zou willen dat het vast weer januari is. De feestdagen zijn voor lang niet iedereen zo feestelijk.

Jos en Ank komen bij mij, omdat ze vaak hoogoplopende conflicten hebben. Zo ook over de naderende kerstdagen. ‘Jos heeft zich weer niet aan zijn woord gehouden,’ valt Ank met de deur in huis. ‘Wat bedoel je?’ vraag ik. Voor Ank kan antwoorden haalt Jos diep adem en verheft zijn stem. ‘Ga je nu gewoon weer door? Houd eens op met zeuren mens. Waarom moet je altijd zo moeilijk doen?’ ‘Jij bent anders degene die je moeder al weer hebt beloofd, dat we met kerst zullen komen. Achter mijn rug om. Terwijl we dit jaar naar mijn familie zouden gaan. Je durft gewoon geen nee te zeggen tegen je moeder. Slappeling,’ bijt Ank hem toe. ‘Alsof jij altijd doet wat je belooft, ik weet anders nog goed…’ Jos en Ank blijven elkaar over en weer met verwijten bestoken. En als ik mijn keel schraap, kijken ze beide licht beschaamd naar mij.

Dr Sue Johnson, ontwikkelaar van Emotionally Focused Couple Therapy, noemt dit patroon ’zoek de boef’. De bedoeling is zelfbescherming, maar wat er gebeurt is elkaar over en weer aanvallen, beschuldigen en veroordelen. Dit begint als we ons gekwetst voelen door onze partner. Als we onze emotionele veiligheid kwijt raken. Zo kunnen stellen eindeloos in kringetjes ronddraaien. Dat geldt ook voor Jos en Ank. Want ruziën ze niet over de kerst, dan gaat het wel ergens anders over. Er is een negatieve spiraal ontstaan, die ze samen in stand houden.

Tijdens mijn gesprekken probeer ik mensen te helpen dit negatieve patroon te doorbreken. Eerder lukt het niet om een begin te maken met weer vertrouwen en veiligheid opbouwen. Hiervoor is het nodig dat beide partners gaan inzien dat niemand de boef hoeft te zijn. Het patroon van beschuldigingen over en weer is zelf de boef-en de partners en de relatie zijn de slachtoffers.

Cultuurshock!

Oktober 2015

Er komen regelmatig bi-culturele koppels bij mij. Zo ook Josien en Andreas. Zij is Nederlandse en hij is van Griekse afkomst. Ze hebben elkaar tijdens een vakantie leren kennen. Na elkaar nog een een aantal malen opgezocht te hebben, besloten ze echt voor elkaar te gaan. Dit was een besluit met grote consequenties. Hij gaf zijn baan op en kwam naar Nederland. Zij moest de kost gaan verdienen en ging meer werken. Hij had moeite met de taal onder de knie krijgen en kon geen baan vinden. Zij zou als (inmiddels) jonge moeder graag meer thuis bij haar kinderen willen zijn, maar dat ging dus niet. Daar kwam bij dat er grote verschillen in cultuur bleken te zijn. Voor Josien was het bijvoorbeeld geen probleem dat Andreas huisman was, zolang hij geen baan kon vinden. Hij kon hier echter zelf niet tevreden mee zijn en werd depressief. Andreas stuurde zonder overleg met Josien regelmatig geld naar zijn ouders. Volgens hem iets dat in Griekenland gebruikelijk is. En waarover de man niet met de vrouw hoeft te overleggen. Josien kon zich hier niet bij neerleggen. Ze voelde zich bedrogen en als een klein kind behandeld. Dit soort problemen zetten hun relatie onder druk.

Josien en Andreas kozen voor de liefde en liepen tegen allerlei (onvoorziene) problemen aan. Hun verhaal is natuurlijk niet te vergelijken met de verhalen van vluchtelingen die recent ons land binnenkomen. Tegelijkertijd zijn er mogelijk ook parallellen.

De recente vluchtelingenstroom heeft mij aan het denken gezet en niet alleen als therapeut, maar ook als burger. Ik maak me zorgen over hoe het gaat komen. We hebben mijns inziens niet alleen een plan A (crisisopvang) nodig, maar ook een plan B. Wordt daar voldoende over nagedacht? Over scholing voor de vluchtelingenkinderen bijvoorbeeld, over al dan niet betaalde arbeid voor de volwassenen, over toekomstige woonvoorzieningen en gezondheidszorg? Is er kennis over de verschillen in cultuur tussen de onze en die van hen? Zijn wij bereid daar rekening mee te houden of verwachten we dat zij zich aan ons zullen aanpassen? En is er tegelijkertijd ook begrip voor de zorgen en angsten van een groeiend aantal Nederlanders?

Wat zullen de huidige ontwikkelingen voor mij als hulpverlener betekenen…?

Relatiestress in de vakantie

Augustus 2015

Jon en Mia keken na een druk jaar beide erg uit naar hun welverdiende vakantie. Ze wilden er alles uithalen, want een vakantie is immers zomaar weer voorbij.

Eenmaal op de plek van bestemming bleek dat Mia hele andere wensen en ideeën had dan Jon. En beide hadden moeite zich aan te passen. Vele discussies, verwijten en teleurstellingen waren het gevolg. ‘Jon wilde echt helemaal niets,’ vertelt Mia achteraf aan een vriendin, ‘alleen maar slapen, in de zon liggen en eten. Terwijl hij best weet dat ik graag wat onderneem. Echt, ik heb me zo opgevreten. Ik ben er nog steeds boos over.’ Op datzelfde moment spuit Jon zijn gal tegenover een vriend. ‘Ik werd gek van Mia haar gezeur en gedram. Ik moest van alles, kreeg nauwelijks een moment om bij te komen. En voel me nu ook helemaal niet uitgerust. Dat neem ik haar wel kwalijk, want ik moet straks weer vol aan de bak.’

Een vakantie kan een heerlijke tijd zijn om lekker te ontspannen en samen leuke dingen te doen. Echter regelmatig barst op vakantie de spreekwoordelijke bom. Uit onderzoek blijkt dat het aantal echtscheidingen na de zomerperiode toeneemt met zo’n 30%!

Ook de relatie van Jon en Mia is onder druk komen te staan. Ze besluiten samen hulp te zoeken bij een relatietherapeut, want ze willen elkaar niet kwijt.

Tijdens de gesprekken heb ik hen gevraagd hoe ze hun eigen wensen in de relatie met elkaar bespreken. Al snel wordt duidelijk dat Jon en Mia elkaar in het drukke dagelijkse leven steeds meer uit het oog zijn verloren. Ze hebben beide veel van hun tijd en aandacht buitenshuis besteed en doen zelden nog leuke dingen samen. Hun communicatie is mede daardoor steeds stroever gaan verlopen. Daarnaast was Jon oververmoeid op het moment dat de vakantie begon. Dit is een bekende risicofactor.

Binnen relatietherapie kan ook aandacht besteed worden aan individuele problemen van één van beide partners.

Seks in de spreekkamer

Juni 2015

Niet letterlijk, maar wel als onderwerp van gesprek!

Toen ik een aantal jaren geleden besloot relatie-en gezinstherapeut te worden, dacht ik niet direct aan het voeren van gesprekken met stellen over hun seksleven. Dat leek me wel erg privé. En zo voelt het nog steeds. Inmiddels weet ik echter dat problemen op het gebied van intimiteit-seksualiteit veel voorkomen. En dat het voor veel mensen moeilijk is om open en vrij over seks en hun beleving van seks te praten. Zeker wanneer de relatie in zwaar weer terecht is gekomen. Dus weg met mijn ‘koud water vrees.’

Seks gaat over seks. En over veel meer. Want alhoewel seks bestaat uit een breed scala fysieke handelingen en gebeurtenissen, gaat het over gevoelens, verlangens, wensen, romantiek en intimiteit waarmee seks uitdrukking geeft aan liefde.

Petra en Jeroen komen voor het eerst bij mij. Petra vertelt dat Jeroen druk is met zijn carrière. ‘Wanneer hij thuis komt is hij te moe om over zijn dag te vertellen’, aldus Petra. Wat voor gevoel geeft jou dit, vraag ik. ‘Ik voel me ter zijde geschoven en alleen nog maar goed voor het huishouden. En dan wil hij ’s avonds laat wel vrijen. Nou daar heb ik dan geen zin in!’ Jeroen zucht en vraagt zich hardop af of moe zijn na hard werken zo’n misdaad is? Ik vraag Jeroen wat vrijen voor hem betekent? Dat blijkt een moeilijke vraag te zijn. Na diep nagedacht te hebben, geeft hij aan dat het voor hem een manier is om zich dichtbij Petra te voelen en om samen te delen, te genieten en zich van de buitenwereld af te sluiten. Ik vraag Jeroen hoe het voor hem is dat Petra niet wil vrijen? ‘Ik mis haar, ons samen zijn, ik voel me niet begrepen en afgewezen door Petra’, aldus Jeroen.

Relatieproblemen en seksuele problemen gaan vaak hand in hand en beïnvloeden elkaar wederzijds. Over seks praten vinden mensen vaak spannend en ongemakkelijk, maar in de vertrouwde setting van de spreekkamer blijkt dat praten over seks mee valt en erg kan helpen bij het verbeteren van de relatie.

Eén nul achter – ‘de tweede helft’

April 2015

In de vorige column schreef ik over Jan en Hilda. Hilda is vreemdgegaan. Jan weet dit. Hilda heeft haar affaire inmiddels beëindigd. Ze wil samen met Jan vechten voor hun relatie en hun gezin. Jan wil ook samen verder. Het probleem is dat beide verschillend aankijken tegen wat nu nodig is. Hilda wil graag samen in therapie, omdat ze haar vreemdgaan wijt aan al langer bestaande onvrede in de relatie. Jan zijn reactie is echter steevast: ’Jij bent degene die vreemd gegaan is, je moet eerst maar aan jezelf werken.’

De reactie van Jan is niet zo vreemd. Ik zie in de praktijk vaker dat degene die bedrogen is in eerste instantie met name boos is. Begrijpelijk ook. Vaak wordt de ‘dader’ door hun boze partner vooruitgestuurd. Als een soort straf of iets dergelijks… En hij/zij laat dit vaak vanuit schuldgevoel gebeuren in de hoop de relatie te redden.

Als relatietherapeut werk ik echter liever met beide partners tegelijkertijd; een relatie heb je immers met zijn tweeën, in goede en slechte tijden.

Hilda kwam in eerste instantie alleen. Jan weigerde mee te gaan. Ik heb haar uitgelegd dat er zonder de inbreng van Jan in mijn ogen geen relatietherapie mogelijk was. Uiteindelijk kreeg Hilda Jan zover.

Tijdens onze eerste gezamenlijke gesprekken kwam er bij Jan, tussen de boosheid door, het besef dat er al langer problemen waren en dat het vreemdgaan hier een jammerlijk gevolg van was.
Door niet te veel op het vreemdgaan zelf in te zoomen, maar op zoek te gaan naar de betekenis ervan, verdween ‘de derde’ al snel naar de achtergrond. Jan en Hilda met hun emoties, wensen en verlangens kwamen weer centraal te staan. Naar elkaar luisteren, elkaar proberen te begrijpen, te erkennen en te troosten waren belangrijke ingrediënten om te verwerken en te helen. Verderop in de therapie bleek het mogelijk te zijn om samen te leren van hetgeen gebeurd is.
Dit overkomt Jan en Hilda geen tweede keer. Ze hebben inzicht gekregen in hun valkuilen en weten elkaar beter te vinden.

Eén nul achter

Maart 2015

‘Jan, ik heb je al zo vaak gezegd dat het me spijt. Ik had nooit vreemd moeten gaan. Laten we alsjeblieft hulp zoeken, want samen komen we er niet uit.’ ‘Ik hoef helemaal geen hulp, mij mankeert niets, jij bent degene die aan zichzelf moet werken,’ bijt Jan Hilda toe. ‘Dat wil ik ook,’ antwoord Hilda, ‘maar ik heb jou er wel bij nodig.’ ‘Toen je bij hem was had je me anders ook niet nodig,’ gooit Jan haar voor de voeten. Hilda wordt nu ook boos. ‘Jij weet net zo goed als ik dat onze problemen al ver voordat ik vreemdging begonnen zijn. Daar moeten we aan werken. Samen! Anders kunnen we er net zo goed mee stoppen.’

Jan en Hilda zijn al lang samen. Ze hebben een druk leven. Beide banen, opgroeiende kinderen, sociale verplichtingen en het huishouden kosten veel tijd en energie. Ongemerkt zijn ze steeds meer hun eigen dingen gaan doen. Praktisch gezien gaat dat prima. Ieder levert zijn aandeel om alles draaiende te houden. Maar emotioneel gezien zijn Jan en Hilda steeds minder gaan delen. Hilda heeft hier meer moeite mee dan Jan. Ze mist zijn interesse in haar, het gevoel dat hij haar waardeert en blij met haar is. Wanneer ze dit aangeeft, helpt dit vaak even, maar daarna vervallen ze weer in oude patronen. Dit heeft er waarschijnlijk toe geleid dat Hilda vatbaar werd voor verleiding. Ze voelde zich gezien door een man die aandacht voor haar had en die lief en attent voor haar was.

Enige tijd geleden heeft Hilda haar affaire beëindigd. Ze wil samen met Jan vechten voor hun relatie en hun gezin. Wanneer ze aangeeft wat ze graag anders zou willen, reageert Jan steevast boos en wijst met zijn vinger naar haar. Zij is vreemd gegaan, dus hun problemen zijn haar schuld. Hilda heeft het gevoel dat ze 1-0 achter staat. Jan ziet haar vreemdgaan als oorzaak, terwijl zij het slechts ziet als een uiting van het feit dat de relatie al langer in slecht weer verkeerde. Ze voelt zich onmachtig. Samen komen ze er niet uit. Ze hebben hulp nodig. Maar hoe krijgt ze Jan zover?