Eén nul achter

Maart 2015

‘Jan, ik heb je al zo vaak gezegd dat het me spijt. Ik had nooit vreemd moeten gaan. Laten we alsjeblieft hulp zoeken, want samen komen we er niet uit.’ ‘Ik hoef helemaal geen hulp, mij mankeert niets, jij bent degene die aan zichzelf moet werken,’ bijt Jan Hilda toe. ‘Dat wil ik ook,’ antwoord Hilda, ‘maar ik heb jou er wel bij nodig.’ ‘Toen je bij hem was had je me anders ook niet nodig,’ gooit Jan haar voor de voeten. Hilda wordt nu ook boos. ‘Jij weet net zo goed als ik dat onze problemen al ver voordat ik vreemdging begonnen zijn. Daar moeten we aan werken. Samen! Anders kunnen we er net zo goed mee stoppen.’

Jan en Hilda zijn al lang samen. Ze hebben een druk leven. Beide banen, opgroeiende kinderen, sociale verplichtingen en het huishouden kosten veel tijd en energie. Ongemerkt zijn ze steeds meer hun eigen dingen gaan doen. Praktisch gezien gaat dat prima. Ieder levert zijn aandeel om alles draaiende te houden. Maar emotioneel gezien zijn Jan en Hilda steeds minder gaan delen. Hilda heeft hier meer moeite mee dan Jan. Ze mist zijn interesse in haar, het gevoel dat hij haar waardeert en blij met haar is. Wanneer ze dit aangeeft, helpt dit vaak even, maar daarna vervallen ze weer in oude patronen. Dit heeft er waarschijnlijk toe geleid dat Hilda vatbaar werd voor verleiding. Ze voelde zich gezien door een man die aandacht voor haar had en die lief en attent voor haar was.

Enige tijd geleden heeft Hilda haar affaire beëindigd. Ze wil samen met Jan vechten voor hun relatie en hun gezin. Wanneer ze aangeeft wat ze graag anders zou willen, reageert Jan steevast boos en wijst met zijn vinger naar haar. Zij is vreemd gegaan, dus hun problemen zijn haar schuld. Hilda heeft het gevoel dat ze 1-0 achter staat. Jan ziet haar vreemdgaan als oorzaak, terwijl zij het slechts ziet als een uiting van het feit dat de relatie al langer in slecht weer verkeerde. Ze voelt zich onmachtig. Samen komen ze er niet uit. Ze hebben hulp nodig. Maar hoe krijgt ze Jan zover?